Zet ons dan maar in de cel!

Onlangs nam de tweede kamer een amendement aan om illegaal verblijf in Nederland strafbaar te stellen. Ook hulp bieden aan iemand zonder verblijfsvergunning is strafbaar, als dit amendement ook wetgeving wordt.

Deze ontwikkelingen rijmen niet met het evangelie. “Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden” is een moreel kompas voor ons als kerk. Wij geloven dat alle mensen gemaakt zijn naar Gods beeld. Daarom doet ieder mens ertoe en is hulp bieden geen misdaad, maar een daad van menselijkheid. Dus wat te doen, als solidariteit met de meest kwetsbaren strafbaar wordt? Wat te doen, als een wetsvoorstel niet past bij wat je als morele werkelijkheid ervaart?

De vraag dringt zich op, niet ver weg en ook niet abstract. De vraag wordt aan ons gesteld, dichtbij en concreet, wanneer wij dienst doen in het kerkasiel op woensdag 23 juli. De vrijwilliger van deze ochtend denkt vooruit over de mogelijke gevolgen voor het kerkasiel, mócht de wet door de eerste kamer komen.

Wat betekent het, voor vrijwilligers, voor de organisatie, en voor de familie die hier schuilt, als kerkasiel strafbaar wordt? Wat als je een boete krijgt van honderd euro, omdat je de viering gaande houdt? “Dan zitten wij hier vanmorgen al voor duizend euro...”

Wat als je ervoor gearresteerd wordt en in de cel belandt? (Mogelijk zelfs meerdere dagen). Is een kerkasiel dan vol te houden? Gaan we dan, net als de klimaatactivisten, vooraf bepalen ‘of je arrestabel gaat’ en ‘of er iemand is die een paar dagen voor je kat zorgt’? Of slinkt het aantal vrijwilligers dan zozeer dat we de handdoek in de ring moeten gooien?

Bijdragen aan kerkasiel is nu redelijk vrijblijvend. Het kost tijd, wat moeite misschien, of een paar uur slaap (afhankelijk van het uur waarop je intekent). Maar wat als het meer gaat kosten? Durven we ons dan nog in te zetten voor deze bijzondere vorm van solidariteit? Staan we dan nog op voor gewortelde kinderen zonder verblijfsrecht?

Laten we de proef op de som nemen, zei ik. Je vraagt ons dit immers om een beeld te vormen. Ik kijk de kring rond en vraag: “Wie van ons was meegegaan vanochtend, als je honderd euro boete kreeg?” Allen zeggen volmondig ‘ja.’ “En als je ervoor in de gevangenis zou komen, een aantal dagen misschien zelfs?” Allen zeggen opnieuw ‘ja’.

“Ik niet”, zeg ik, enigszins beschaamd, “ik had het niet gedurfd vanmorgen te komen.”

“Nee natuurlijk niet!” zeggen zij, “Jij bent jong, jij moet werken. Maar wij zijn gepensioneerd!”

“En wat jij dan kunt doen”, zegt één van hen met een glimlach, “is ons daar opzoeken en thee komen brengen. Dat kan je wél.” Ik sta versteld, maar zij houden voet bij stuk. Zo vreselijk vinden ze het, dit strafbaar maken van solidariteit.

Dat klinkt best stoer, maar zo was niet de sfeer aan tafel. Eerder bedrukt, en ernstig. Heel waardevol, om in alle eerlijkheid te spreken over de vragen die op ons afkomen. We praten nog even door, en wat een spontane reactie leek, bleek allerminst naïef of ondoordacht te zijn. We hebben het over het betreden van het ingewikkelde speelveld van de scheiding tussen kerk en staat. Daar is ieder zich van bewust.

Het is niet zomaar iets. We beraden ons nu, voor het geval deze nieuwe wet (nu nog ondenkbaar), straks toch werkelijkheid wordt. Dan gaat het om deze vraag:

Zijn wij weloverwogen bereid de grenzen van deze onrechtvaardige wet te overtreden, omdat menselijkheid geen grenzen kent?

Het kan best heel goed zijn daar eens met een ander over te praten. Wil je van gedachten wisselen? Welkom bij één van ons. Of ga mee naar kerkasiel op woensdag 27 augustus 18-22 uur.